Creatiever worden? Wees niet bang voor je eigen brein

Hoe verloopt het creatieve proces? Is het meetbaar? Te beïnvloeden? En waarom zijn kinderen creatiever dan volwassenen?
Creativiteit werd lange tijd beschouwd als iets dat buiten de mens ontstond en werd aangereikt door het hemelse of helse. De oude Grieken kenden het begrip creativiteit zelfs helemaal niet. Pas in de Renaissance bedacht de Westerse mens dat creativiteit uit hemzelf kwam. Hoe denken we nu over het creatieve proces? Is het meetbaar? Is het te beïnvloeden?

Sinds de jaren vijftig is creativiteit een populair onderwerp voor onderzoekers, psychologen en managementconsultants. Iedere generatie bouwt voort op het werk van de vorige en voegt een ander element of woord aan toe aan het bestaande. Het combineren van bestaande ideeën tot iets nieuws is in feite ook een vorm van creativiteit. Een creatieve daad of idee hoeft niet uit louter originele elementen te bestaan, als het resultaat maar origineel is. Ook belangrijk is handelen, want creativiteit zonder uitvoering is slechts verbeelding. De originaliteit moet dus worden toegepast Bijvoorbeeld op het oplossen van een probleem, het vormgeven van beelden of een zienswijze op de wereld.

Modellen

Een van de veel gebruikte modellen om creativiteit te definiëren is van Dr. Teresa Amabile. Haar 3-componentenmodel beschrijft expertise (feitelijke kennis), creatief denken (verbeelding en flexibiliteit) en motivatie (interne of externe beloning). Waar deze drie overlappen, bevindt zich creativiteit. Mihály Csíkzentmihályi, bedenker van het concept ‘flow’, plaatst creativiteit zeer simpel gezegd in het overlappende gebied tussen het individu, het werk- of kennisveld en zijn omgeving. Howard Gardner koppelde het aan de acht soorten intelligenties waar hij mee bekend is geworden. R.T. Greene bedacht een model van de 42 creativiteitsmodellen die hij tijdens zijn studie had gevonden en noemde het een vuilnisbakmodel. Alles past erin. Greene maakt goed duidelijk hoe breed het begrip omschreven kan worden en een definitieve definitie laten we dus maar achterwege. Om creativiteit beter te begrijpen is het handiger om naar het creatieve proces te kijken. Dat is namelijk geen gloeilamp die opeens aangaat. Tijdens het creatieve proces schakelen we voortdurend tussen het bewuste en het onbewuste. En nee, dat is niet de linker- of de rechterhersenhelft.

Het Creatieve Proces

Graham Wallas schreef in 1926 ‘The Art of Thought’ met daarin de fasen van het creatieve proces, gebaseerd op zijn eigen observaties en de ervaringen van bekende uitvinders en wiskundigen. Wallas noemde voorbereiding, incubatie, verlichting en toetsing.Vier fasen waarin het bewuste en onbewuste elkaar afwisselen in taken. De stap pen volgen elkaar niet sec op, maar kunnen overlappen en itereren, zelfs voor meerdere onderwerpen of problemen tegelijk.

Wallas’ model is in de loop der tijd uitgebreid door deze en gene, maar is na bijna honderd jaar nog steeds valide.
1. Voorbereiding: Dit is de fase van het vaststellen van het probleem, het verzamelen van feiten en ideeën rondom de probleemstelling. De onderzoeksfase waar planning en focus nodig zijn. Dit gaat meer om transpiratie dan inspiratie.
2. Incubatie: het laten rusten en borrelen van alle beschikbare feiten en prikkels. Het broeit in het achterhoofd. Dit kan minuten, dagen of jaren duren. Dit kan ook tijdens de slaap.
3. Verlichting: de lichtflits in het brein die leidt tot inzichten en ideeën. Dit kon volgens Wallas niet worden geforceerd. Het is de laatste schakel in een reeks associaties, die seconden of uren kan duren. Adam Koestler noemde het ‘bisociatie’: het moment waarop twee gedachtenstromen uit verschillende hoeken samenkomen tot een Aha-moment. In de wetenschap is dat een Eureka-moment, in humor een haha-moment en in het spirituele vlak een Ahhhhh-moment. Ontdekking, clou en verlichting. Dit is vaker een beeld of gevoel dan een reeks woorden, aldus Koestler.
4. Toetsing. In de laatste fase worden de ideeën uit fase drie geverifieerd en getoetst aan de criteria uit de voorbereiding. Dit zijn bewuste activiteiten. Hier lopen veel kritische mensen tegen het probleem op dat ze het eindresultaat niet goed genoeg vinden.Veel hoogbegaafden hebben geen idee hoe creatief ze zijn en vinden daarom heel veel van wat ze maken of bedenken te gewoontjes. Het vinden van de balans is in deze fase erg belangrijk.Volledig gebrek aan kritiek leidt tot het idee dat theezakjes vouwen gelijk staat aan origami en de Toppers van hetzelfde technische niveau zijn als de Drie Tenoren.

Onderzoek

Neurowetenschappers brengen het creatieve proces in de hersenen in kaart middels fMRI-scans. Dit levert kleurrijke plaatjes op waarop hersenactiviteit (de toename van zuurstof in weefsel) is te zien. De belangrijkste conclusie van de laatste jaren is dat het creatieve proces niet in een specifieke hersenhelft plaats vindt, maar in meerdere gebieden die zich in de hele hersenen bevinden.

Auteur Scott Barry Kaufman schrijft in een blogpost van de Scientific American dat de bevindingen van meerdere wetenschappers aantonen dat tijdens het proces dat Wallas beschreef het hele brein wordt gebruikt. Onderdelen uit dat brein bevinden zich in de linker- of de rechterhelft, maar creativiteit zit dus niet of links of rechts.Verschillende gebieden in het brein werken samen in een netwerk.Welke dit zijn, is afhankelijk van de fase van het creatieve proces en van wat iemand probeert te creëren. Kaufman citeert bijvoorbeeld Randy Buckner et al., die de functionaliteit beschrijven van het standaardnetwerk of verbeeldingsnetwerk. Dat netwerk is “betrokken bij het bouwen van dynamische mentale simulaties, gebaseerd op persoonlijke ervaringen uit het verleden, zoals worden gebruikt in herinneren, toekomstdenken en in het algemeen bij het fantaseren over alternatieve perspectieven en scenario’s voor het heden”. Kaufman schrijft: “Dit netwerk is ook actief in sociale cognitie, wanneer wij ons proberen voor te stellen wat iemand denkt.” De actieve gebieden zitten diep in de prefrontale cortex en temporale kwab en communiceren met verschillende binnen- en buitengebieden van de pariëtale cortex. Met andere woorden: meerdere lampjes lichten op in ons hele brein.

Onderzoeker Rex Jung zegt dat de verschillende netwerken aan- en uit kunnen worden gezet.Vooral voor cognitieve personen kan het netwerk dat observeert en kritiek levert (Jung’s Executive Attention Network) een rem zijn op het creatieve proces. Dat netwerk verhindert namelijk dat wij onze gedachten en beelden vrijelijk laten stromen, wat nodig is voor improvisatie en verbeelding.

Iedereen is creatief

Het goede nieuws is dat wij allen creatief zijn en dit kunnen stimuleren. Volgens een onderzoek door wetenschapper George Land worden wij zelfs creatief geboren maar leren wij dat af na ons vijfde levensjaar. Land ontwikkelde een creativiteitstest voor NASA en besloot deze in 1968 los te laten op 1.600 kinderen. De test onderzoekt het vermogen om nieuwe oplossingen te bedenken voor problemen. Jonge kinderen (tot 5 jaar) scoorden 98 procent op Lands’ schaal van verbeelding. Als er een Mensa was voor verbeelding, dan mochten zij erbij. Tienjarigen scoorden 30 procent. Bij vijftienjarigen was de score nog maar 12 procent en de 280.000 volwassenen die de test maakten (gemiddeld 31 jaar oud), scoorden slechts 2 procent. Lands conclusie:“Niet-creatief gedrag is aangeleerd.”

Vijfjarige dromer

De mate waarin wij onze vermogens kunnen trainen verschilt van mens tot mens, maar we hebben allemaal potentieel. Kinderen hebben nog niet geleerd om te denken in bestaande systemen. Zij zijn nog niet afgeremd met teksten als ‘je hebt niet voldoende kennis of ervaring of informatie’. Volgens Land is het vergroten van creativiteit vooral een kwestie van het afleren van de remmende factor, het verminderen van de activiteiten in het kritische netwerk tijdens de incubatie- en verlichtingsfase. Ook angst verkleint de hersengebieden die we gebruiken in het creatieve proces.

Ook heel handig is het om die creatieve gedachten te noteren. Het maakt niet uit of je het opslaat, opschrijft of opneemt. Het verhaal gaat dat muzikant Keith Richards altijd met cassetterecorder en gitaar naast zijn bed sliep. Op een dag in 1965 werd hij wakker en zag dat het cassettebandje vol was. Hij speelde het af en hoorde drie noten op zijn gitaar en het refrein “I can’t get no satisfaction”. Kunstenaar Salvador Dali ging in een stoel zitten met een lepel of sleutel in zijn hand. Zodra hij in slaap viel, ont- spande zijn hand, viel het voorwerp en schrok hij wakker. Hij noteerde onmiddellijk de beelden die hij op dat moment in zijn hoofd had. Misschien moet de conclusie zijn dat je niet bang hoeft te zijn voor je eigen brein. Het menselijk vermogen zichzelf te censureren is groot. Lands advies in deze is om iedere dag onze vijfjarige even aan te zetten en hem een object of een idee te geven en daarmee te laten spelen.“Neem een vork en laat jouw vijfjarige twintig manieren bedenken waarop deze beter kan.”

KADER
Zeven tips voor het verbeteren van jouw creativiteit

1. Verander van omgeving. Nieuwe prikkels, nieuwe input.
2. Luister naar nieuwe mensen. Je hoeft het niet eens te zijn met hun ideeën, maar laat je inspireren.
3. Laat het even los: vijf minuten per dag mag je alles denken wat je wilt.
4. Verander je houding, letterlijk: ga staan of lopen voor een ander perspectief.
5. Verdiep je in het onderwerp. Hoe meer je weet, hoe meer kennis je kunt combineren tot iets nieuws.
6. Doe alsof je het al kunt, oftewel: Fake it until you make it. Nieuw gedrag creëert nieuwe neurale netwerken in je
brein. Na verloop van tijd “slijt het erin” en wordt het gewoonte.
7. Slaap voldoende. Een uitgerust brein is een creatiever brein.

KADER
Het 4C-model van Kaufman & Beghetto introduceert onderscheid tussen de werken van Bach en de gevouwen theezakjes van het buurthuis. Creativiteit met een hoofdletter (grote C) is van het zeldzame soort waar velen naar streven, maar slechts weinigen behalen. In deze categorie vallen de groten der aarde die door hun vakbroeders als genieën worden beschouwd.
Creativiteit met een kleine c is voor de dagelijkse problematiek en creatieve uitingen.
De mini-c geldt voor handelingen en inzichten op persoonlijk gebied. Het Aha-moment dat sommige ervaringen opleveren.
De Pro-C is creativiteit van mensen die binnen hun beroep of vakgebied uitblinken, maar niet per se de wereld veranderen.
Het 4C-model maakt duidelijk dat een huisschilder wel creatief kan zijn, zonder dat hij Picasso is. Zijn creativiteit zit bijvoorbeeld in de manier waarop hij de problemen te lijf gaat die hij in zijn dagelijkse bezigheden tegenkomt.

TED-Talks over creativiteit:

Meer lezen:

Over de schrijver: Op de kleuterschool moest Karina Meerman binnen de lijntjes kleuren. Zij haatte dat hartgrondig en is waarschijnlijk daarom nooit grafisch vormgever geworden. Wel freelance journalist en blogger.


Geplaatst

in

door