Mensa

Krijtstreep en achterklap

Onder het pseudoniem Mathijs Cluyfhooft schrijft een vijftigplusser die graag anoniem blijft korte verhalen over mensen die bij grote concerns werken. Ooit gedroomd van een machtige functie bij zo’n organisatie? Als hoogbegaafde kun je dat maar beter later, zegt dit lid van Mensa. “Het is een leeg leven voor de middelmaat.” Karina Meerman interviewde “Mathijs” op twaalf hoog aan de Zuidas in Amsterdam.

Waarom schrijf je onder pseudoniem?

“De maatschappij en de zakelijke gemeenschap accepteren niet dat je schrijft over die gemeenschap en er tegelijkertijd onderdeel van bent. Let wel, in de verhalen die ik schrijf zitten geen herkenbare personen. Ik heb een gruwelijke hekel aan mensen die dertig jaar salaris vangen bij een grote bank en dan na hun pensioen of ontslag uit de school klappen over hoe slecht het was. Het grote publiek vindt dat heerlijk om te lezen. Ik schrijf door elkaar gegooide werkelijkheid, geïnspireerd door mijn eigen leven. Mijn personages zijn fictief en toch herkent iedereen feilloos zijn buurman en nooit zichzelf. Een andere reden voor mijn anonimiteit als schrijver is dat we in deze politiek correcte maatschappij niks mogen zeggen of de mening is seksistisch, racistisch of fascistisch. Veroordeling betekende vroeger vijftien jaar in de gevangenis. De straf heden ten dage is negatieve publiciteit. Ik heb mijn bedrijf te beschermen en de mensen die er werken. Ik schrijf niet om boeken te verkopen, maar omdat ik het leuk vind. Daarbij, boeken verkoop je in praatprogramma’s en daar zit ik wel, maar niet als schrijver.”

Waarom werk je zelf in de financiële sector?

“Ik ben erin gerold. Dertig jaar geleden probeerde ik na mijn studie te werken bij de multinationals van mijn personages. Na tien banen in zes jaar was ik er klaar mee en begon ik voor mezelf. Ik denk nog weleens terug aan een bazin uit die tijd. Op haar koffiebeker stond: ‘Can I help it that I am surrounded by idiots?’ Dat klinkt arrogant, maar schrijf het maar lekker op. In grote organisaties ben je omringd door de middelmaat. Je baas is een middelmaat, zijn baas is een middelmaat, maar je moet wel naar hen luisteren. Dat systeem maakt ziek. Ik kom verrekte weinig hoogbegaafden tegen bij die grote organisaties. De briljante geesten zijn allang weggelopen en voor zichzelf begonnen.”

Wat zijn de grote misverstanden over het leven aan de top?

“Dat men sigaren rokend in dure clubs zit om samen dure whisky te drinken. Of dat ze de baan hebben omdat hun vader veel geld had of een dubbele naam. Deze mensen zitten aan de top dankzij vaardigheden, inzet, motivatie en geluk. Zij bewandelen fanatiek de weg waarvan ze allang vergeten zijn waarom ze hem insloegen. Met andere woorden: ze werken zo hard dat ze, wanneer ze de top hebben bereikt, niet meer weten waarom ze daarnaartoe wilden. Regelmatig hoor ik bestuurders zuchten of dit het allemaal wel waard was. Hun hele dag wordt door iemand anders volgepland en om half 8 ’s avonds staat de auto met chauffeur klaar, dan kunnen ze onderweg nog wat langer werken. Voor het grote geld? Nee hoor, deze toppers verdienen een tiende van wat hun Angelsaksische collega’s vangen. Hun wereld is verschrikkelijk leeg. Ik vroeg me altijd af waarom ik me ergerde aan de hoogopgeleide hardwerkende managers in het nette dorp waar ik woon, maar het is hun saaiheid. Ze werken en verder is er niks. Ik ga richting de zestig. Ik ben van de verloren generatie, zoals die heette. Mannen en vrouwen van mijn leeftijd zitten nu pas, na dertig jaar zwoegen, in de bestuurskamer en ze zuchten. Het is niet leuk. Ze worden geleefd en hebben nergens tijd voor.”

Waarom blijven die hoge functies dan toch lokken?

“Mensen hebben een fascinatie voor macht, het grote geld, de maatpakken en de grote auto’s, maar niet iedereen heeft de capaciteit of de gelegenheid om te kunnen functioneren in zo’n omgeving. Het blijft een wereld die buiten het bereik van veel mensen ligt en dat maakt hem interessant. De werkelijkheid is dat in veel grote organisaties mensen op sleutelposities zitten met weinig talent en in sommige situaties met heel veel vrijheid, die nauwelijks worden gecontroleerd. Dat is een giftige cocktail. Denk aan de mensen van de inkoop aan wie het inhuren van mensen is uitbesteed. Zij gaan voor de marges, niet voor de mensen met talent. Zij kopen het kattenvoer in, maar hoeven het niet zelf op te vreten. Het gevolg is een organisatie met middelmatige mensen. Je zal als hoogbegaafde maar met die mensen moeten werken. Hoeveel mensen gaan er om vijf uur uitgeput naar huis omdat ze die gifbeker hebben leeggedronken?”

Hoe houd jij het vol?

“Mijn vak is als consultant de hele dag met heel veel verschillende mensen praten en dat doe ik graag. En ik doe het voor mijn eigen bedrijf. De gelukkigste mensen die ik spreek zijn de mensen die zelf bepalen hoe ze hun vak of ambacht uitoefenen. Dat is het probleem in Nederland: promotie betekent altijd dat iemand manager wordt. Ook specialisten die hoger komen in een bedrijf moeten mensen gaan aansturen. Dan mogen ze hun vak niet meer doen. Triest is dat.”

Wat betekent Mensa voor jou?

“Na mijn scheiding kocht ik ieder jaar een nieuwe psycholoog. De derde gaf me een foldertje van Mensa omdat ze dacht dat ik misschien wel hoogbegaafd was. Op basis van de wiskundereeksen haalde ik een paar jaar geleden de toelatingstest. Dat gaf mij veel meer zelfvertrouwen. In mijn studietijd werd ik neergezet als het achterlijke jongetje. Hoe kon ik toch zo’n stomme mening hebben? Ik werd weggezet als dom omdat mijn ideeën zogenaamd belachelijk waren. Dat laat ik niet meer gebeuren.”

Het boek van Mathijs Cluyfhooft heet: Het grote geld en is onder andere te koop via Bol.com.

https://www.bol.com/nl/p/het-grote-geld/9200000092910432/


Geplaatst

in

, ,

door