polyglot

Iedereen een polyglot! Hoe meertaligen meer talen leren.

Polyglot Marion de Groot ging op verzoek van HiQuarterly op zoek bij zichzelf en andere meertaligen in de vereniging Mensa. Het werd een boeiende tocht voor iedereen die ook maar iets heeft met taal.

‘Heb jij een talenknobbel of zo?’ Ik wist nooit zo goed wat ik met die vraag aan moest. Wat is dat, een talenknobbel? Ik vind talen gewoon leuk. Als kind al leerde ik van mijn moeder zinnetjes in het Engels, Frans en Duits. Uiteraard had ik ook een geheimtaal, maar dan wel inclusief naamvallen, vervoegingen en een geheimschrift. Op de middelbare school leerde ik wat Fins van een uitwisselingsstudent in de klas, en daarna ging ik zelf op uitwisseling naar Thailand, waar ik in een jaar vloeiend Thais leerde spreken. Een keuzevak Spaans, een stage in China en een bruiloft in Japan later had ik weer wat talen aan mijn lijstje toegevoegd. Tussendoor heb ik ook wat cursussen Bulgaars, Russisch, Indonesisch, Arabisch en Braziliaans Portugees geheel of gedeeltelijk doorgewerkt. Maar een talenknobbel?

Is het een kwestie van interesse, en kan iedereen veel talen leren? Ik vroeg medemensalen en -polyglotten Sam Waltz en Dirk Kaandorp naar hun kijk hierop. Sam komt uit de Verenigde Staten en woont in Riyadh, Saoedi-Arabië. Hij heeft lesgegeven in Engels, Duits, Frans en Spaans en houdt zich nu bezig met het samenstellen van curricula. Dirk is musicus en muziekdocent en heeft naast de talen van de middelbare school ook Spaans, Italiaans, Zweeds en Russisch geleerd. Hij werd onder andere getriggerd door zijn werk als dirigent voor een wereldmuziekkoor. Dirk:“Van de muziekstukken wil ik niet alleen weten waar ze over gaan, maar óók hoe ze moeten worden uitgesproken.”

Wat maakt talen leren zo interessant?

Dirk:“Mijn interesse in taal komt ten eerste voort uit nieuwsgierigheid, al geldt die ook voor veel andere onderwerpen. Maar het is ook verwondering over de verschillen en overeenkomsten tussen talen: grammaticaal, idiomatisch, semantisch, etymologisch, fonetisch.” Talen zijn levend en praktisch oneindig; het is vrijwel onmogelijk om alles van een taal te kennen. Er zijn complexe regels met nog complexere uitzonderingen, dialecten en nuances.Toch spreekt iedereen zijn moedertaal moeiteloos.Voor sociaal contact is een gemeenschappelijke taal erg handig, waardoor de taal van een groep mensen onderdeel wordt van de identiteit, en een cultuur zich makkelijker verspreidt in een gebied met dezelfde taal. Sam: “Dat deel van de Amerikanen dat zich realiseert dat de wereld niet ophoudt bij de grens van de VS, weet dat het leren van een taal de sleutel is tot goed reizen.” Als je een cultuur echt wilt leren kennen, moet je de taal leren.

Kan iedereen dat, al die talen leren? Of heb je die talenknobbel nodig?

Een taal leren kost vooral tijd, al is elke volgende taal makkelijker te leren als je al wat talen kent. Sam:“Een van mijn professoren zei dat sommige mensen, zelfs die verder briljant zijn, totaal niet in staat zijn om de patronen te herkennen die nodig zijn voor het leren van een taal. Maar ik heb op scholen voor bijzonder onderwijs ook tweetalige leerlingen met het downsyndroom gezien.” Dirk:“Ik denk dat iedereen wel een taal kan leren. De een wil hem misschien gewoon leren spreken, de ander wil wellicht ook weten hoe een en ander in elkaar steekt en die duikt dan in de grammatica.” Een goed geheugen helpt, net als het vermogen om patronen te herkennen. Muziekdocent Dirk merkt op dat gevoel voor de ‘muziek’ van de gesproken taal, de klanken en de melodie, onderdeel is van een talenknobbel. Dirk: “De melodie van het Italiaans of Zweeds is bijvoorbeeld heel anders dan die van het Nederlands.”

Interesse, motivatie en doorzettingsvermogen zijn minstens zo belangrijk. Het beste werkt een omgeving waar je de taal dagelijks nodig hebt, in combinatie met de discipline om de taal ook actief te gebruiken. Dirk: “Ik heb vier zussen die op school beslist geen taalkundige hoogvliegers waren, maar waarvan er twee door werk en huwelijk nu vloeiend Spaans spreken, één vloeiend Duits, en één zeer behoorlijk Servo-Kroatisch.” Sam: “Ik heb nog wat andere talen proberen te leren waarbij ik minder succes had. Ik woon al vijf jaar in de Arabische wereld, maar het frustreert me hoe weinig Arabisch ik spreek. Ik weet niet goed waar dat aan ligt.”

Hoe ga je te werk?

Je kan natuurlijk een woordenboek pakken en beginnen met stampen bij de A, maar dat werkt niet. Dirk: “Ik was eens drie maanden in Italië, waar mijn Italiaans zich in die relatief korte tijd beter ontwikkelde dan tijdens het jaar waarin ik de taal leerde bij het Italiaans Cultureel Instituut.” Je onderdompelen in de taal zorgt ervoor dat je gevoel krijgt voor de klanken en veelgebruikte woorden. Als ik Thais uit een boekje had geleerd, had ik het nooit zo goed beheerst als nu. Een taal heeft een mondelinge en een schriftelijke vorm, die je beide zowel passief als actief kan beheersen: lezen, schrijven, luisteren en spreken.

Passief

Zeker als je thuis in je luie stoel begint, is lezen een makkelijke eerste stap. Je ziet veelgebruikte woorden, kan onbekende woorden opzoeken en maakt kennis met de zinsconstructies. Kinderboeken zijn erg handig, want je kunt zelf het niveau van de tekst kiezen: een boek voor kleine kinderen als de taal volledig nieuw voor je is, en een boek voor jongvolwassenen als de taal gerelateerd is aan een taal die je al kent. Als de taal een voor jou onbekend schrift heeft, is lezen een goede oefening voor het leren van het schrift. In China ging mijn woordenboek altijd mee en was ik al snel specialist in het ontcijferen van menukaarten. Ook onderweg las ik alles wat ik zag, waarbij vaak de betekenis duidelijk was door waar het stond. Als je verder bent, kun je het leren van de taal combineren met het opdoen van andere kennis. Sam: “Ik heb Nederlands geleerd door Nederlandstalige Wikipediapagina’s te lezen, Nederlandse radio via internet te luisteren en in het Nederlands vertaalde films (bijvoorbeeld van Disney) te kijken die ik al in het Engels ken.”

Dat brengt ons bij luisteren. Als je net begint, is het goed om te wennen aan de klanken en de intonatie van de taal. In een verdergevorderd stadium is luisteren essentieel om de uitspraak te verfijnen. Internetradio kun je aanzetten terwijl je andere dingen doet. Op een informeel radiostation hoor je ook spreektaal, inclusief stopwoordjes, tussenwoordjes en beleefdheidsvormen. Ideaal is om de taal voortdurend om je heen te hebben, zoals het geval is in het land zelf. Goed luisteren helpt met een goede uitspraak. Als je iets niet de eerste keer verstaat, kun je vragen of die persoon het kan herhalen of uitleggen. Mensen die je kent kun je op het hart drukken niet over te schakelen naar Engels of Nederlands, want dan leer je het nooit. Een tip is om een voicerecorder te gebruiken, zodat je wat iemand zei nog eens kan terugluisteren.

Actief

Een taal passief kennen, zeker een taal die lijkt op je moedertaal, is niet de grootste uitdaging. De kunst is om zelf volzinnen te produceren, het liefst real-time. Als je een taal actief gebruikt, dan moeten je hersenen pas echt aan de slag. Een oefening in een boek waarbij je in elk zinnetje de juiste werkwoordsvorm moet invullen is goed om mee te beginnen, maar het geeft je niet de vaardigheid om zelf een zin te formuleren op het moment dat je die nodig hebt.Als je schrijven wil oefenen, zorg dan dat je zelf de woorden en zinnen moet bedenken. Mailen en chatten zijn goede oefeningen. Of je zoekt een ouderwetse penvriend.

Spreken begint met: je mond open durven doen. Je maakt ongetwijfeld fouten, maar daar mag je je niet door laten weerhouden. Een gesprekspartner is wel essentieel, maar als je in het land zelf zit moet dat geen probleem zijn. Met het spreken maak je je een taal pas echt eigen, omdat je jezelf traint om direct te bedenken hoe je iets zegt. Je hebt geen tijd om iets op te zoeken. Je krijgt meteen feedback of mensen je verstaan. Het liefst klink je natuurlijk als een echte native. Voor een goede uitspraak is luisteren enorm belangrijk.Als je daarbij heel goed let op intonatie en het gebruik van tussenwoordjes, en je je dit goed eigen maakt, dan pas word je echt vloeiend.Vooral bij tonale talen zoals het Chinees of het Thais, is het essentieel dat je heel goed naar de intonatie luistert. Je moet de ander imiteren alsof je hem belachelijk maakt, waarbij je niet alleen de klank maar ook de intonatie overneemt. In niet-tonale talen gebruiken we de intonatie vaak voor een intentie of onderliggende vraag (‘spreek ik het zo goed uit?’) en dan gaat het mis.Voor je het weet heb je je moeder (ma) voor een paard (mâ) uitgemaakt.

Andere tips

Sam: “Laat je niet ontmoedigen als het niet perfect lukt. Blijf proberen, het is een leerproces. Sta open en stel jezelf zo veel mogelijk bloot aan de taal. Wat je ook leest, kijkt of luistert, probeer het in die taal te doen. En maak gebruik van het internationale netwerk van Mensa. Je kunt naar internationale events gaan en gastlid worden van Mensa in een ander land.” Dirk: “De onderdompelmethode is voor iedereen nuttig. Als het even kan, zou iedereen die een taal leert enige tijd in het land zelf moeten doorbrengen.”

Sam en Dirk werken beiden in het onderwijs en hebben nog wel wat ideeën over hoe taalonderwijs op de middelbare school verbeterd kan worden. Sam: “Ik heb op drie continenten taalonderwijs gevolgd en gegeven en zie grote verschillen tussen de systemen. Het is opvallend hoe groot de invloed van landelijke politiek is op onderwijsbeleid.” Dirk:“De onderdompelmethode moet in het voortgezet onderwijs gebruikt worden. Schaf de moderne talen als aparte vakken af, maar geef twee, drie maanden alle vakken in het Frans, dan in het Engels, dan in het Duits, en maak die taal dan voor de betreffende periode zoveel mogelijk de voertaal binnen de school. Natuurlijk vraagt dit om veeltalige docenten (of heel veel part-timers), maar de leerlingen zouden beter en makkelijker hun talen leren. Ik vrees trouwens dat het bij een wild plan blijft.” Tot die tijd moeten we zelf de onderdompeling maar opzoeken. Met een uitwisselingsjaar op de middelbare school, een buitenlandse stage tijdens je studie en heel veel reizen. Dan leer je niet alleen de taal, maar ook ontzettend veel over de wereld én over jezelf. Ik kan het aanraden!

Sam Waltz

Komt uit:Verenigde Staten
Woont in: Riyadh, Saoedi-Arabië
Spreekt: Engels, Duits, Frans, Nederlands, Spaans, Italiaans, Latijn en nog wat talen in mindere mate
Opleiding: BA in European Studies
(foreign languages and literatures, history, political science, philosophy),
MA in foreign language pedagogy
Beroep: Leraar Engels, Duits, Frans en Spaans, curriculumontwikkelaar

Marion de Groot

Komt uit: Nederland
Woont in:Amsterdam, Nederland
Spreekt (op volgorde van niveau): Nederlands, Engels, Thais, Frans, Chinees, Japans, Duits, Spaans
Opleiding: MSc Industrieel Ontwerpen,
TU Delft en MSc Software Engineering, Open Universiteit
Beroep: Informatie-analist, zelfstandig

Dirk Kaandorp

Komt uit: Nederland
Woont in: Leiden, Nederland
Spreekt: Nederlands, Engels, Frans, Duits, Spaans, Italiaans, Zweeds, Russisch
Opleiding: muziekwetenschappen en hbo-PW (niet afgerond), koordirectie en docent muziek (wel afgerond)
Beroep: freelance musicus (koordirigent en arrangeur/componist) en docent muziek en informatiekunde, dyslexiecoach en trajectbegeleider (zorgteam) in het voortgezet onderwijs.

Handige links:

Gepubliceerd in HiQuarterly #13 in maart 2016.


Geplaatst

in

,

door